Categorie archieven: Boeken

Politiek – Politics

Het boek Koning van Katoren van Jan Terlouw

Koning van Katoren was een van mijn lievelingsboeken als kind. Niet dat ik het helemaal snapte, maar het werkte ook goed als spannend verhaal.

Het hoofdstuk dat me het meest is bijgebleven, is “De tovenaar van Ekilibrië”. Bij de meeste andere hoofdstukken begreep ik wel over welk maatschappelijk probleem ze gingen: de wapenwedloop, luchtvervuiling, de medische industrie. Maar dit hoofdstuk was raadselachtig. Ook nu weet ik nog steeds niet zeker waar het precies over gaat.

In de stad Ekilibrië is een tovenaar die elke avond bij iemand aanbelt om een offer te vragen. Als mensen hem met een aalmoes proberen af te schepen, kiest hij zelf iets uit waarvan hij weet dat ze het echt zullen missen. Het offer gooit hij vervolgens in een vuur in zijn grot, wat ervoor zorgt dat de stad niet in een afgrond verdwijnt.

Ik dacht vroeger dat dit ging over het feit dat als je een samenleving in stand wil houden, dat offers vraagt. Dat je soms dingen moet opgeven die je na aan het hart liggen.

Maar je zou het ook kunnen zien als een metafoor voor bestuurders of personen van autoriteit die altijd maar offers van mensen vragen, zonder dat het duidelijk is waarvoor die dienen.

En dan is er Wikipedia, waar als uitleg wordt gegeven dat dit hoofdstuk gaat over mensen die zich onzichtbaar opofferen, en daar ondankbaarheid voor terugkrijgen. En daarnaast over snelle oplossingen voor de korte termijn versus structurele oplossingen voor de lange termijn.

Allemaal plausibel, en die dubbelzinnigheid maakt dit voor mij het interessantste hoofdstuk.

Geuren – Smells

Asterix en Obelix ruiken Corsicaanse kaas

Een van de vele geslaagde grappen in Asterix op Corsica gaat over Corsicaanse kaas. Ik weet niet of je die kaas wel eens in het echt geroken hebt, maar de geur is werkelijk adembenemend. Als Asterix en Obelix dan ook op de boot naar Corsica zitten, en de balling Ozewiezewozewiezewallakristallix maakt zijn geliefde kaas open, vallen ze bijna flauw van de lucht.

En dan ruikt de Corsicaan, over de geur van de kaas heen, de aroma’s van zijn eiland, die naar binnen waaien. “Dat vermoeden van rozemarijn en lavendel… vrienden”

Als kind snapte ik deze grap niet, maar nu moet ik er elke keer weer om lachen, hoe vaak ik het ook al gelezen heb.

Technologie – Technology

Olievlek, door Daniel Olah

Al mijn hele leven ben ik gefascineerd geweest door technologie. Maar technologie heeft ook een schaduwkant, en dat is iets wat ik me steeds beter begin te realiseren. Het is zoiets als gefascineerd zijn door de mooie kleuren van gemorste benzine: je moet niet je ogen sluiten voor waar je eigenlijk naar aan het kijken bent.

Ik zou hier een hele verhandeling kunnen gaan typen over technologie en de gevolgen daarvan, maar er is iemand die dat al veel beter heeft verwoord: Ursula Franklin, in The Real World Of Technology. Verplichte kost voor iedereen met een technische baan, wat mij betreft.

Werk – Work

Ik heb een zwak voor boeken die over werk gaan. In het boek dat ik nu aan het lezen ben, Slow River van Nicola Griffith (ja, het is de tweede keer dat ik haar noem deze week, maar ze kan wel wat promotie gebruiken), werkt de hoofdpersoon in een waterzuiveringsinstallatie. Wat ze daar doet, en ze is er goed in, wordt in detail beschreven, en ik kan er niet genoeg van krijgen. Ik vind dat inspirerender dan welk zelfhulpboek ook.

In een ander boek, Saturday van Ian McEwan (een boek dat gevierendeeld wordt op Goodreads, en niet geheel onterecht), is de hoofdpersoon het gelukkigst als hij in de operatiekamer aan het snijden is. De rest van het verhaal ben ik zo goed als vergeten, maar dat gedeelte is me bijgebleven.

The Making Of The Atomic Bomb begint ook zo: een groep briljante mensen gaat samen aan het werk om het verschrikkelijkste wapen ooit te maken. Het leest als een trein, het is net een jongensboek. Maar dan wordt het wapen ingezet. Rhodes beschrijft wat er gebeurt met de mensen die aan de andere kant van het wapen staan, en wat hen overkomt is hartverscheurend.  Misschien is dit wel het beste non-fictie boek dat ik ooit heb gelezen.

Proberen – Trying

Nicola Griffith en Hanna Bervoets hadden hetzelfde probleem: hoe schrijf je een boek over chronische ziekte? In tegenstelling tot bijvoorbeeld kanker heb je dan namelijk geen voor de hand liggende spanningsboog, waar de hoofdpersoon na vele verwikkelingen de ziekte overwint (of eraan bezwijkt). In So Lucky probeert Griffith dit op te lossen door de woede van de hoofdpersoon te gebruiken als drijfveer. Bervoets probeert het in Welkom In Het Rijk Der Zieken door heel erg te spelen met de vorm van het verhaal. Het resultaat: het boek van Griffith had ik in één dag uit, en over dat van Bervoets deed ik een maand.

En dat doet me pijn om te zeggen. Na een interview met Bervoets gezien te hebben dacht ik namelijk dat ik het boek heel goed zou gaan vinden. Eindelijk weer eens een boek over dit onderwerp, en dan niet op een droge manier beschreven, maar met fantasy-elementen en internetfora-fragmenten. Helaas werkte het voor mij niet, ik heb zelfs meerdere keren overwogen om te stoppen met lezen. De vorm zit het verhaal in de weg, en dat was vast niet de bedoeling.

regen kosmos kamerplant

regen kosmos kamerplant

Een dichteres die bij het signeren “Welkom in de wereld van de kamerplant” in haar bundel schrijft, kan ik al geen slechte recensie meer geven. Dat ga ik dus niet doen. Ook omdat het niet nodig is.

Ik heb een voorgeschiedenis met gedichten. Namelijk dat ik er niet zo veel mee heb. Ik wil graag begrijpen wat ik lees, en dat is bij sommige gedichten lastig. Daar gaat het meer over het oproepen van een gevoel, een beeld. Of over taalspelletjes. Of over ritme, woordgebruik, dat soort dingen.

Dit was een aanloopje om te zeggen dat regen kosmos kamerplant, van Anne Broeksma, vaak best onbegrijpelijk is. Maar er staan mooie zinnetjes in. En het klinkt mooi als je het hardop uitspreekt (of zachtjes in jezelf, voor de introverten onder ons). Als je visueel aangelegd bent, roept het ook nog eens allerlei beelden op.

er was een dag waarop je glas ging eten
ongeveer een emmer gleed er door je keel
je zat op de grond voor de gordijnen
en vroeg om een servetje

Gelezen in 2014

In 2014 heb ik 43 boeken gelezen, volgens Goodreads. Dat klopt niet helemaal, want ik heb ook een paar boeken herlezen, en dat kun je in Goodreads niet (goed) aangeven. Maar dan nog steeds staat de teller op een paar duizend pagina’s minder dan in het topjaar 2013.

Afgelopen jaar heb ik veel goede boeken voorbij zien komen, zelfs zo dat ik een paar keer dacht: ik ga alweer vier sterren uitdelen, wat saai. Maar echte uitschieters waren er weinig. Hier zijn de toppers:

  • Gerard Heineken: de man, de stad en het bier. Het gebeurt niet vaak dat ik een boek in 1 dag uitlees, maar dit was er een. Ik had niet verwacht dat ik het zó interessant zou vinden, maar de combinatie van de opkomst van Nederland en Amsterdam in de 19de eeuw en een boeiende persoon maakte dat ik niet kon stoppen.
  • Before I Burn. Een Scandinavisch drama waar de melancholie vanaf druipt. De geschiedenis van een brandstichter en de volwassenwording van de schrijver knap verweven met sublieme beschrijvingen van een piepkleine gemeenschap in Zuid-Noorwegen. Doe mij nog maar een portie.
  • Mijn onbetwiste favoriet was echter The Orphan Master’s Son. Een boek dat leest als een koortsdroom. Het hield me dag en nacht bezig. Zo fantasievol, zo gruwelijk (ik moest mezelf soms dwingen om door te gaan). Volstrekt ongeloofwaardig, maar achteraf denk je: misschien gaat het er toch echt zo aan toe in een waanzinnige dictatuur.

Herlezen: From Hell

Een stripboek over Jack the Ripper. Ik was destijds ook niet meteen enthousiast. Maar Alan Moore en Eddie Campbell wisten het interessant te maken. Sterker nog, dit is een van mijn favoriete boeken aller tijden. Het gaat dan ook niet alleen over de moorden, maar over Londen aan het einde van de 19de eeuw. En dan in het bijzonder de bodemloze put van ellende die het East End was. Klasseverschillen, armoede, misdaad, uitbuiting van vrouwen, corruptie bij de politie, vrijmetselarij, de staat van de geneeskunde, de houding tegenover gays, geestesziekten, het is maar een greep uit wat voorbij komt.

Omdat er zo veel onderwerpen aan bod komen, is het boek uitstekend geschikt om te herlezen. De eerste keer kan het namelijk overweldigend overkomen, terwijl de tweede keer alles meer op zijn plaats valt. Ik kan je aanraden om de elektronische versie te kopen (bijvoorbeeld via Comixology), omdat de papieren versie vanwege het gewicht moeilijk hanteerbaar is.

Enige minpuntje zijn de tekeningen. Vaak zijn ze erg sfeervol, en ondanks de eenvoudige lijnen bijzonder effectief. Maar soms kan het moeilijk zijn om de personages uit elkaar te houden. Vooral bij de vrouwelijke hoofdpersonen speelt dat probleem.

The Day After

Nu we, volgens sommigen, aan de vooravond van de Derde Wereldoorlog staan, is het interessant om eens terug te kijken naar een gebeurtenis uit die andere tijd toen we ook aan de rand van de afgrond stonden, de jaren tachtig. In 1983 kwam The Day After uit, een film die probeerde een realistisch beeld te schetsen van de gevolgen van een aanval met kernwapens op de Verenigde Staten. Ik kan me herinneren dat ik als kind slecht geslapen heb nadat ik hem voor het eerst zag. En daarin was ik niet de enige: president Ronald Reagan had hetzelfde probleem.

In het boek Arsenals of Folly: The Making of the Nuclear Arms Race, van Richard Rhodes, staat dat Reagan na het zien van deze film in zijn dagboek schreef:

It is very effective, and left me greatly depressed [..] My own reaction: we have to do all we can [..] to see that there is never a nuclear war.

Reagan stond erom bekend dat hij gevoelig was voor verhalen die via film verteld werden. The Day After had hem zodanig beïnvloed, dat hij bijvoorbeeld na een overleg met zijn militaire staf in zijn dagboek schreef:

[I received] a briefing on our complete plan in the event of a nuclear attack. [..] In several ways, the sequence of events described in the briefings paralleled those in the ABC movie. Yet there were still some people at the Pentagon who claimed a nuclear war was ‘winnable’. I thought they were crazy.

In zijn memoires geeft hij aan dit deze film een directe aanleiding was om later, samen met Gorbatsjov, het Intermediate-Range Nuclear Forces Treaty te tekenen, waarbij overeengekomen werd om kernwapens voor de middellange afstand af te schaffen.

Een sterk voorbeeld van het verschijnsel dat beelden soms meer zeggingskracht hebben dan woorden.