Ik heb een zwak voor boeken die over werk gaan. In het boek dat ik nu aan het lezen ben, Slow River van Nicola Griffith (ja, het is de tweede keer dat ik haar noem deze week, maar ze kan wel wat promotie gebruiken), werkt de hoofdpersoon in een waterzuiveringsinstallatie. Wat ze daar doet, en ze is er goed in, wordt in detail beschreven, en ik kan er niet genoeg van krijgen. Ik vind dat inspirerender dan welk zelfhulpboek ook.
In een ander boek, Saturday van Ian McEwan (een boek dat gevierendeeld wordt op Goodreads, en niet geheel onterecht), is de hoofdpersoon het gelukkigst als hij in de operatiekamer aan het snijden is. De rest van het verhaal ben ik zo goed als vergeten, maar dat gedeelte is me bijgebleven.
The Making Of The Atomic Bomb begint ook zo: een groep briljante mensen gaat samen aan het werk om het verschrikkelijkste wapen ooit te maken. Het leest als een trein, het is net een jongensboek. Maar dan wordt het wapen ingezet. Rhodes beschrijft wat er gebeurt met de mensen die aan de andere kant van het wapen staan, en wat hen overkomt is hartverscheurend. Misschien is dit wel het beste non-fictie boek dat ik ooit heb gelezen.