Koning van Katoren was een van mijn lievelingsboeken als kind. Niet dat ik het helemaal snapte, maar het werkte ook goed als spannend verhaal.
Het hoofdstuk dat me het meest is bijgebleven, is “De tovenaar van Ekilibrië”. Bij de meeste andere hoofdstukken begreep ik wel over welk maatschappelijk probleem ze gingen: de wapenwedloop, luchtvervuiling, de medische industrie. Maar dit hoofdstuk was raadselachtig. Ook nu weet ik nog steeds niet zeker waar het precies over gaat.
In de stad Ekilibrië is een tovenaar die elke avond bij iemand aanbelt om een offer te vragen. Als mensen hem met een aalmoes proberen af te schepen, kiest hij zelf iets uit waarvan hij weet dat ze het echt zullen missen. Het offer gooit hij vervolgens in een vuur in zijn grot, wat ervoor zorgt dat de stad niet in een afgrond verdwijnt.
Ik dacht vroeger dat dit ging over het feit dat als je een samenleving in stand wil houden, dat offers vraagt. Dat je soms dingen moet opgeven die je na aan het hart liggen.
Maar je zou het ook kunnen zien als een metafoor voor bestuurders of personen van autoriteit die altijd maar offers van mensen vragen, zonder dat het duidelijk is waarvoor die dienen.
En dan is er Wikipedia, waar als uitleg wordt gegeven dat dit hoofdstuk gaat over mensen die zich onzichtbaar opofferen, en daar ondankbaarheid voor terugkrijgen. En daarnaast over snelle oplossingen voor de korte termijn versus structurele oplossingen voor de lange termijn.
Allemaal plausibel, en die dubbelzinnigheid maakt dit voor mij het interessantste hoofdstuk.