Tag archieven: blogvember

Televisie – Television

Een tv waarop het spel Jetpac te zien is

Hoewel mijn vader bij Philips op een afdeling werkte waar ze onderdelen voor tv’s ontworpen, hadden we thuis zelf geen tv. Maar toen mijn broer en ik stiekem bij de buren tv gingen kijken, kwam er bij ons ook een.

Een zwart-wittoestel, dat wel. Mijn oma had een kleuren-tv, met een afstandsbediening die werkte met ultrasone geluidsgolven. Het soort apparaat waar honden van gaan huilen, omdat zij het wel kunnen horen.

Doordat mijn vader veel van tv’s af wist, door zijn werk, stond er regelmatig een toestel van een familielid op de reparatiebank op zolder. Als je ze openmaakte, kwam de nicotinedamp je tegemoet.

Op mijn slaapkamer kreeg ik later een mini-tv (wat zal het geweest zijn, 12 inch?). Daar sloot ik mijn computer op aan. Eerst een ZX-81, later een ZX Spectrum.

Er is zo veel veranderd rond de tv. Van een luxeartikel tot een vanzelfsprekendheid. Van beeldbuis naar lcd-paneel. Van met het gezin naar dezelfde programma’s kijken, die je de volgende dag op school of kantoor besprak, tot met een half oog kijken wat er op is terwijl je op je telefoon tikt. Toch staat hij nog steeds in de meeste huiskamers, en wat hij verloren heeft in diepte compenseert hij nu in de breedte. Zowel letterlijk als figuurlijk.

Technologie – Technology

Olievlek, door Daniel Olah

Al mijn hele leven ben ik gefascineerd geweest door technologie. Maar technologie heeft ook een schaduwkant, en dat is iets wat ik me steeds beter begin te realiseren. Het is zoiets als gefascineerd zijn door de mooie kleuren van gemorste benzine: je moet niet je ogen sluiten voor waar je eigenlijk naar aan het kijken bent.

Ik zou hier een hele verhandeling kunnen gaan typen over technologie en de gevolgen daarvan, maar er is iemand die dat al veel beter heeft verwoord: Ursula Franklin, in The Real World Of Technology. Verplichte kost voor iedereen met een technische baan, wat mij betreft.

Werk – Work

Ik heb een zwak voor boeken die over werk gaan. In het boek dat ik nu aan het lezen ben, Slow River van Nicola Griffith (ja, het is de tweede keer dat ik haar noem deze week, maar ze kan wel wat promotie gebruiken), werkt de hoofdpersoon in een waterzuiveringsinstallatie. Wat ze daar doet, en ze is er goed in, wordt in detail beschreven, en ik kan er niet genoeg van krijgen. Ik vind dat inspirerender dan welk zelfhulpboek ook.

In een ander boek, Saturday van Ian McEwan (een boek dat gevierendeeld wordt op Goodreads, en niet geheel onterecht), is de hoofdpersoon het gelukkigst als hij in de operatiekamer aan het snijden is. De rest van het verhaal ben ik zo goed als vergeten, maar dat gedeelte is me bijgebleven.

The Making Of The Atomic Bomb begint ook zo: een groep briljante mensen gaat samen aan het werk om het verschrikkelijkste wapen ooit te maken. Het leest als een trein, het is net een jongensboek. Maar dan wordt het wapen ingezet. Rhodes beschrijft wat er gebeurt met de mensen die aan de andere kant van het wapen staan, en wat hen overkomt is hartverscheurend.  Misschien is dit wel het beste non-fictie boek dat ik ooit heb gelezen.

Familie – Family

“Hij dacht: ze zijn nu zo oud, ik moet nog gauw even vragen hoe de familiegeschiedenis in elkaar steekt!” Mijn tante (88) lachte terwijl ze het zei tegen mijn andere tante (90).

“Nou”, zei ik, “ik ben gewoon nieuwsgierig waarom oma in Parijs geboren is.”

“Het zit zo”, zei ze. “De vader van je oma trok schepen, met een touw, met de hand. En eind negentiende eeuw was er voor hem meer werk in Parijs dan hier. Daarom hebben ze een paar jaar daar gewoond, en is je oma daar geboren. Toen ze later weer in Nederland waren, zeiden de juffen op haar school: ‘Anna, praat nog eens Frans!’ Want ze vonden dat ze het zo mooi sprak.”

Mijn oudste tante keek glimlachend toe. Ze is precies mijn oma. Mijn moeder leek van het hele gesprek niks meegekregen te hebben, en staarde voor zich uit.

Natuur – Nature

Een plantje op het strand

Als je over het strand slentert, met de wind door je haren en de golven een witte ruis op de achtergrond, dan is het makkelijk om over het hoofd te zien wat er op de grond ligt. Zoals bovenstaand (overblijfsel? van een) plantje. En zo werkt het heel vaak in de natuur. Er is van alles te zien, maar je moet er wel op letten.

Laatst zag ik bijvoorbeeld een dopje van een eikel, en was het me nog niet eerder opgevallen hoe ingenieus dat in elkaar zit. Het zijn een soort versteende blaadjes die in een regelmatig patroon met elkaar verweven zijn. Kijk er maar eens naar, de volgende keer als je in een bos bent (pas wel op voor de eikenprocessierupsbrandhaartjes).

Voedsel – Food

saucijzenbroodje

Ze zeggen dat eenzijdige relaties niet werken. Ik denk dat dat klopt. Want laten we eerlijk zijn: ik hou meer van jou dan jij van mij, en dat is niet goed.

Meestal gaat het goed, hoor, tegenwoordig. Maar soms, als ik in de winkel ben, en ik zie je smeulende blik, dan kan ik je niet weerstaan. Dan moet ik je hebben. Helemaal.

Lief veg. saucijzenbroodje, het ligt niet aan jou, het ligt aan mij. Ik kan dit niet meer. Daarom heb ik besloten om het uit te maken.

Voorlopig.

Falen – Failing

Herten in de duinen bij Noordwijk

Bewijsstuk A: herten in de duinen bij Noordwijk.

Foto’s van wilde dieren maken is moeilijk. Je kunt ze niet vragen om even stil te zitten, of om even uit de schaduw te stappen, of om wat dichterbij te komen omdat je net je telelens niet bij je hebt (zie bewijsstuk A). Daarnaast moet je snel kunnen reageren, want voordat je het weet is het moment weer voorbij. Bereid je dus voor op heel veel mislukte foto’s.

Proberen – Trying

Nicola Griffith en Hanna Bervoets hadden hetzelfde probleem: hoe schrijf je een boek over chronische ziekte? In tegenstelling tot bijvoorbeeld kanker heb je dan namelijk geen voor de hand liggende spanningsboog, waar de hoofdpersoon na vele verwikkelingen de ziekte overwint (of eraan bezwijkt). In So Lucky probeert Griffith dit op te lossen door de woede van de hoofdpersoon te gebruiken als drijfveer. Bervoets probeert het in Welkom In Het Rijk Der Zieken door heel erg te spelen met de vorm van het verhaal. Het resultaat: het boek van Griffith had ik in één dag uit, en over dat van Bervoets deed ik een maand.

En dat doet me pijn om te zeggen. Na een interview met Bervoets gezien te hebben dacht ik namelijk dat ik het boek heel goed zou gaan vinden. Eindelijk weer eens een boek over dit onderwerp, en dan niet op een droge manier beschreven, maar met fantasy-elementen en internetfora-fragmenten. Helaas werkte het voor mij niet, ik heb zelfs meerdere keren overwogen om te stoppen met lezen. De vorm zit het verhaal in de weg, en dat was vast niet de bedoeling.

Herinnering – Recollection

In ‘De kant van Swann‘, van Marcel Proust, zit een beroemde scene waarin de hoofdpersoon een aaneenschakeling van herinneringen beleeft als hij een madeleine cakeje in lindebloesemthee doopt. “Tiens! Une madeleine?”, zegt hij dan. En dat doet mij denken aan een Franse oud-collega, die een neefje had dat zeer veel talent voor tekenen had.

Het neefje had een verjaardagskaart gemaakt voor de collega, waarop een jongen Frans-nonchalant tegen een muur geleund stond, een sigaret achteloos klevend aan zijn lip, een bosje wilde bloemen in zijn hand, terwijl hij zei: “Tiens! Des fleurs, pour toi.”

Ik kan me herinneren dat ik intens jaloers was dat iemand dit zo kon bedenken en maken. Maar ja, mijn talent lag meer, ja, waar eigenlijk?