Kaasdrager

Een collega vertelde tijdens de lunch dat hij in zijn jeugd tijdens de vakantie als drager werkte op de kaasmarkt in Alkmaar.

“En dat was in het begin afzien”, zei hij, “want die kazen wegen wel 13 kilo per stuk.”
“13 kilo?”, zei ik, “Oef, dat is bijna net zo zwaar als onze developerlaptops.”

Wasserette

wasserette

Een paar jaar geleden werkte ik dagelijks op ons hoofdkantoor in Amsterdam. Als ik dan ’s middags naar het metrostation liep, kwam ik langs een wasserette. Die was gevestigd in een soort keet, met in een zijmuur een opening waarop de afvoer van de wasdrogers uitkwam. In de winter kwam er een pluimpje stoom uit de opening. Even rook ik dan in het voorbijgaan de geur van wasmiddel en wasverzachter. Hoe donker het ook was, hoe koud, of hoe de dag ook geweest was, een paar tellen voelde het huiselijk. Dat is wat een beetje geur kan doen.

Sinds kort werk ik weer af en toe op het hoofdkantoor. Maar de wasserette is nu alleen nog stomerij. De afvoer laat enkel de sporen zien, als de afzettingen rond een uitgedoofde modderpoel in een IJslands vulkanisch gebied waar ik ooit tijdens een vakantie liep.

Toch snuif ik altijd kort als ik er voorbij kom, tegen beter weten in.

Herlezen: From Hell

Een stripboek over Jack the Ripper. Ik was destijds ook niet meteen enthousiast. Maar Alan Moore en Eddie Campbell wisten het interessant te maken. Sterker nog, dit is een van mijn favoriete boeken aller tijden. Het gaat dan ook niet alleen over de moorden, maar over Londen aan het einde van de 19de eeuw. En dan in het bijzonder de bodemloze put van ellende die het East End was. Klasseverschillen, armoede, misdaad, uitbuiting van vrouwen, corruptie bij de politie, vrijmetselarij, de staat van de geneeskunde, de houding tegenover gays, geestesziekten, het is maar een greep uit wat voorbij komt.

Omdat er zo veel onderwerpen aan bod komen, is het boek uitstekend geschikt om te herlezen. De eerste keer kan het namelijk overweldigend overkomen, terwijl de tweede keer alles meer op zijn plaats valt. Ik kan je aanraden om de elektronische versie te kopen (bijvoorbeeld via Comixology), omdat de papieren versie vanwege het gewicht moeilijk hanteerbaar is.

Enige minpuntje zijn de tekeningen. Vaak zijn ze erg sfeervol, en ondanks de eenvoudige lijnen bijzonder effectief. Maar soms kan het moeilijk zijn om de personages uit elkaar te houden. Vooral bij de vrouwelijke hoofdpersonen speelt dat probleem.

De stenen

stenen

“En dan het laatste punt op de agenda. De kunst in de openbare ruimte. We hebben dit jaar een beperkt budget, dus heeft iemand een idee hoe we daar creatief mee kunnen omgaan?”
“Creatief! Dat is een goede, Herman. Hihihi.”
“Ik kan me herinneren dat Hendrik nog een partij natuursteen heeft. Dat had hij op de kop getikt voor dat kantoorpand aan de provinciale weg. Je weet wel, dat project dat op het laatst afgeblazen werd vanwege de vergunning.”
“Hmm, misschien kunnen we hem daar goedkoop vanaf helpen. Het is tenslotte al jaren geleden; blijkbaar raakt hij het aan de straatstenen niet kwijt.”
“Straatstenen! Haha!”
“Ik weet dat de vrouw van Hans in haar vrije tijd aan beeldhouwen doet. Zij kan vast wat met die steen. Ze is goed, hoor.”
“Gaat ze dan niet iets experimenteels doen?”
“Welnee, maak je geen zorgen. Ze maakt gewoon mooie dingen. Daar gaat niemand zich een buil aan vallen.”
“Nou, dat is dan geregeld. Ik schrijf als actiepunt op: Hendrik bellen over stenen, en Hans bellen over beeldhouwen. Kan ik dat bij jou beleggen Hugo?”

You Are Boring, de Nederlandse versie

Hoe saai is iemand die altijd in zijn of haar comfort zone blijft? Heel saai. Scott Simpson schreef ooit een briljant artikel, You Are Boring, waarin hij een genadeloos beeld schetst van iemand die alleen veilige keuzes maakt.

Hoe pijnlijk dat stuk ook was, je kon altijd denken: “Maar dit geldt niet voor mij, want ik doe de dingen niet die hij beschrijft.” Het zijn immers Amerikaanse eigenaardigheden die genoemd worden. Daarom leek het me leuk om eens een Nederlandse versie van zijn karakterisering te maken:

Je bent saai

Het was gezellig op de receptie, totdat jij in beeld kwam. Je zag me staan tussen de vele andere mensen, je liep naar me toe en je begon te praten. En je hield je mond niet meer.

Je stemt D66, je gaat zeker niet naar de kerk, en je houdt van goed eten, gemaakt van mooie producten. Je draagt kleding die comfortabel is, en soms ook modieuze details heeft. Een outdoor rugzak. Een stoere fiets. Museumjaarkaart. Je luistert naar Blaudzun, of, als je in een wilde bui bent, Triggerfinger.

Je houdt van goede koffie, niet die troep die ze bij ketens verkopen. En begin niet over Senseo, dat is niet eens koffie.

Borgen is een heerlijke serie. Maar eigenlijk zijn alle Scandinavische series goed. DWDD is een ankerpunt op je avond, dan ben je weer helemaal bij. De rest van de avond gaat de TV uit, dan hou je zo veel tijd over voor andere dingen.

Je haalt je nieuws bij NU, snel en gratis. Maar in het weekend neem je uitgebreid de tijd om de Volkskrant te lezen. Als iemand groot onrecht aan de kaak stelt op Facebook, dan deel je dat op je tijdlijn, want je bent betrokken. Je bent geen groot voetbalfan, maar tijdens een WK ga je er helemaal in mee.

Je voelt je niet te goed om bij de Action te kopen. Of bij de Lidl. Maar de Primark is te erg.

Op vakantie slenteren door Toscane, maar niet in de zomer. Minstens 1 keer per jaar naar een waddeneiland. De Parade, alleen al voor de gezelligheid, al je vrienden zijn er ook.

Je bent saai. Zo ontzettend saai.

Bezem

Parkeergarage

Verderop in de parkeergarage stonden een oudere vrouw en een jongere man. Ze hadden een karretje met schoonmaakspullen bij zich. De man pakte een bezem en begon de vloer te vegen. Na de eerste haal brak de steel af, vlak boven de borstel. De vrouw zag het en schoot in de slappe lach. Niet zomaar een lach, maar een rokerslach. Met een diepe rochel. Zo diep dat ik me afvroeg of twee pakjes per dag wel genoeg zouden zijn om het zo te laten klinken. Toen ze weer een beetje bij adem was, zei ze: “Schroef die maar los.” De man keek beteuterd naar de gesplinterde steel. Het was duidelijk dat hij niet wist hoe hij dit op ging lossen. De vrouw hoestte nog een keer. Ik ging het kantoor binnen.

Buschauffeurs

Bij de deur zaten twee buschauffeurs die op weg waren naar de remise, aan het einde van hun werkdag. Na een klaagzang over het rooster kwam het gesprek op afgeleid worden tijdens het rijden.

Leestip: spreek de volgende zinnetjes uit met een zwaar Utrechts accent.

“Zo stond ik laatst in de regen te wachten bij de halte bij de Voorstraat”, zei de oudere chauffeur.
“Die halte heeft geen bushokje, toch?”, zei de jongere, gezette chauffeur.
“Inderdaad, nee. Komt de bus eraan, ik zie dat de chauffeur zit te praten met een andere man, en hij rijdt zo de halte voorbij.”
“Nou ja”, zei de jongere.
“Ik kreeg de neiging om mijn stempel door zijn achterruit te gooien”, zei de oudere.
“Zo iemand wil je toch niet je collega noemen”, zei de jongere.
“Nee. Ik dacht: ‘Ik nat. Jij ook nat.'”, zei de oudere.
“Nou, gelijk heb je”, zei de jongere.

De bus ging de bocht in, zodat iedereen zich vast moest houden. De jongere buschauffeur keek nog eens op zijn telefoon.

Stomme film

Sommige blogs lees ik al jaren. Bij een aantal weet ik niet hoe de schrijver of schrijfster eruit ziet, laat staan hoe hun stem klinkt. Maar dan luister ik een keer naar een podcast, of kijk ik naar een filmpje op YouTube, en daar wordt iemand voorgesteld die ik ken. De stem die ik dan hoor is heel anders dan de stem die ik al die tijd in mijn hoofd hoorde als ik het blog las. Volgens mij is dit vergelijkbaar met de sensatie die mensen gevoeld moeten hebben toen hun favoriete sterren van de stomme film ineens in een film met geluid optraden. Het geluid klopt niet. De verbeelding was beter, vertrouwder.

Parasol

We gingen naar een restaurant om te lunchen. Buiten werd het steeds donkerder, totdat een hoosbui losbarstte en de weinige mensen die nog op het terras zaten zich naar binnen haastten.

Toen ik even later weer naar buiten keek, stond een groepje wandelaars te schuilen onder een van de grote parasols op het terras. Onder hen was een meisje, dat tussen de volwassenen in op de tafel was gaan staan, zodat ze met haar hoofd net boven de hoofden van de anderen uitstak. Ze had haar capuchon op en keek roerloos voor zich uit naar de regen, die in grote grijze vlagen naar beneden kwam.

Ze was als een madonnabeeld, dat door sterke mannen onder een baldakijn in processie door de straten gedragen werd.

Enkele minuten later was het terras weer leeg, alsof er niets gebeurd was.