Mijn ouders waren bevriend met een gescheiden vrouw. Als klein kind vond ik haar om twee redenen opvallend: ze had een harde ‘g’, wat ongebruikelijk was in mijn omgeving, en ze was direct, wat nog ongebruikelijker was in het Brabant van die tijd.
Later hoorde ik pas dat die directheid een reden was dat ze gescheiden was. Ze was getrouwd geweest met een man die later directeur werd bij de Nederlandse vestiging van een groot Amerikaans bedrijf. Toen hij nog de carrièreladder aan het beklimmen was, waren ze een keer met het bedrijf een weekend weg naar een luxe hotel, met partners. Op een bepaald moment stonden ze met een aantal stellen in de lift, en toen zei onze vriendin “Tja, en morgen staan we weer gewoon de wc te soppen”. Haar man was laaiend, hij vond dat ze hem voor schut had gezet voor zijn collega’s.
Ik kan me niet voorstellen dat ik daar kwaad over zou worden. Niet als het mijn vrouw was, en ook niet als het de vrouw van een collega was. Maar goed, ik ben dan ook geen carrièretijger.