Cd’s die nog niet in de magnetron hoeven

De uitdaging (en vaak het leuke) bij #microblogvember is dat je soms titels krijgt waar je niet zoveel mee lijkt te kunnen. Zoals de titel van vandaag. Ik ben namelijk van de Generatie X, die kennis maakte met cd’s als luxeproducten (39,95 gulden voor 1 cd!). De gedachte om die kostbare schijfjes in de magnetron te duwen komt niet eens bij me op.

Dat wil niet zeggen dat ik al mijn cd’s mee naar buiten zou slepen als er brand was. En laat ik eerlijk zijn: mijn muzieksmaak is niet zo bijzonder dat mijn cd’s onvervangbaar zijn. Bijna alles wat ik leuk vind is op de streamingsdiensten te vinden.

Maar goed, ik ga ze sowieso niet in de magnetron stoppen, omdat we net een nieuwe magnetron hebben, en ik geen zin heb om weer op zoek te gaan naar een nieuwe.

De slechtste taart

Doordat mijn vader uit Limburg kwam, ben ik een beetje een snob als het op vlaai aankomt. Laat ik dat wat stelliger zeggen: ik heb nog nooit goede vlaai gegeten boven de grote rivieren. De grootste ergernis wat mij betreft zijn ketens die 20 soorten vlaai aanbieden, terwijl ze de basis niet op orde hebben. In plaats daarvan kun je beter 3 soorten hebben, waarbij de bodem niet zompig is, de vulling friszuur en, het belangrijkste, alles kraakvers is.

Als bakkers dat gaan doen, dan loop ik de deur bij ze plat. Tot die tijd eet ik alleen vlaai als ik in het zuiden ben.

De bekendste persoon die mijn baas kent

Hier moest ik even over nadenken. Weliswaar heeft mijn baas als kind een keer meegereden in een ploegleiderswagen tijdens de Tour de France, maar het was een oud-collega die een interessanter verhaal vertelde.

Zijn broer was ooit in Dublin in een pub, en moest daar op een gegeven moment naar de wc (dat heb je in pubs). Naast hem bij de urinoirs stond een man, ze raakten aan de praat, en de man vertelde dat hij in een bandje zong. De broer van mijn collega herkende hem niet.

Het was Bono. Van U2.

112

Als kind: “Een ritje in de ambulance lijkt me zo cool! Zwaailichten en sirenes aan, en dan héél hard door alle rode lichten rijden!”

Als volwassene: “Ik voel me zo beroerd. De ambulance gaat ongemakkelijk hard door de bochten. Wat is er met me aan de hand? Ik voel me zo opgelaten dat ik hier lig en iedereen voor me moet rennen. Ik zou een praatje moeten maken met de verpleegkundige, maar ik heb de energie niet. Hoe lang duurt deze rit nog?”

Moederuitdagingen

Een scene uit het spel Death Stranding. Koerier Sam kijkt uit over een bergketen

Met afstand de beste game die ik het afgelopen jaar heb gespeeld is Death Stranding (in de Director’s Cut versie voor PC).

In dit spel bestuur je een koerier in een post-apocalyptisch Amerika, die pakketjes moet bezorgen aan overlevers. Eerst nog te voet, maar later ook via motor of vrachtwagen. Op een gegeven moment krijg je de mogelijkheid om tokkelbanen en wegen te bouwen, waardoor je rotsachtige stukken terrein over kunt slaan en bezorgen steeds sneller gaat. Onderweg kom je bandieten tegen die proberen je lading te stelen, en geesten uit het hiernamaals die je proberen mee te sleuren. Je hoeft geen dodelijk geweld te gebruiken om je doel te kunnen bereiken, wat voor big-budget games redelijk uitzonderlijk is. Ook kun je hulpmiddelen zoals klimtouwen en bruggen achterlaten voor andere spelers, die zij kunnen gebruiken als ze ook online spelen. Rechtstreeks contact met andere spelers heb je niet, wat ik persoonlijk een pré vind.

Dit spel is bedacht door de beroemde Japanse ontwerper Hideo Kojima. Als je zijn eerdere spellen kent (bijvoorbeeld de Metal Gear Solid serie), dan zal het je niet verbazen dat deze game tjokvol zit met cutscenes, en dat hij daarin geen maat kan houden. Het verhaal is eindeloos langdradig, en vliegt alle kanten op. En, zoals de games website Polygon al zei “[it has] enough mommy issues to justify a lifetime of therapy”. Toch bleef ik geboeid. De boodschap is dat als je elkaar maar helpt, je er als land weer bovenop kunt komen. Dat is weer eens wat anders dan het gebruikelijke pessimisme in post-apocalyptische verhalen.

Als laatste wil ik een compliment maken voor de graphics, die geinspireerd zijn op IJslandse landschappen, en buitengewoon mooi zijn, en voor het sound design. Ik ken geen andere game die zó goed klinkt als deze.

Een betere tijdseenheid

De flexeconde houdt rekening met het feit dat de tijd soms heel snel voorbij gaat, en soms heel traag.

Dat bliksemsnelle ritje in de achtbaan duurt een flexeconde. Eindeloos wachten op een trein die vertraging heeft? Dat was een flexeconde. De elektrische tandenborstel die vindt dat je nog niet lang genoeg gepoetst hebt? Over een flexeconde is het klaar.

Hoe lang duurt microblogvember? Je raadt het al, een flexeconde.