Wapens in een planetarium

Het is donker. Iedereen staat dicht bij elkaar en kijkt ingespannen naar hetzelfde punt boven hen. De mevrouw van het planetarium wijst het aan: “Daar zie je de planeet Mars, dat enigszins rood gekleurde stipje.”

TOET! 💨

Een scheet. De gids valt stil. Een vrouw schiet met een hoge gil in de lach. Dat is zo aanstekelijk dat andere mensen ook beginnen te lachen. De gids herpakt zich snel: “Ook met tegenwind blijft Mars gestaag bewegen.”

De scheet. Ik zou er de loftrompet over kunnen steken. Er zijn weinig dingen die zo verbroederen als de scheet. Iedereen laat er wel eens eentje, (bijna) iedereen moet erom lachen. Het zou me niet verbazen als Erasmus iets diepzinnigs over winden heeft gezegd. Mijn naamgenoot Jeroen Bosch? Ongetwijfeld laat iemand op een van zijn schilderijen er eentje vliegen. In tegenstelling tot zijn lompe broer de boer wekt een scheet de lachlust op.

Ik heb het natuurlijk wel over de scheet die je kunt horen. Zachte scheten, dat is wat anders, dat is de Vijand van het Volk. Een wapen dat ingezet wordt om de sfeer te verpesten. Waar de klinkende scheet de allemansvriend is, wordt de zachte scheet het liefst genegeerd. Bovenstaand verhaal zou heel anders afgelopen zijn als iemand stiekem een stinkende wind had gelaten.