“Heel goed, Jeroen. Welk stickertje wil je graag in je schriftje?” Ik glom van trots: ik had alle oefeningen goed gemaakt.
Je hele kindertijd leer je dat bij alles wat je doet, er iemand zegt of het goed is of fout. Maar als volwassene werkt het niet zo. Meestal geeft niemand je die terugkoppeling, of, als mensen dat wel doen, hebben ze er een andere bedoeling mee. Denk bijvoorbeeld aan die manager die bij het beoordelingsgesprek vooral kijkt naar wat goed is voor het bedrijf, en niet noodzakelijk naar wat goed is voor jou. (Niet alle managers doen dat, hoi M.!)
En als je dan op zoek gaat naar iets om je voortgang in het leven meetbaar te maken, zoals hoeveel geld je hebt, of hoe groot je auto is, dan word je daar over het algemeen niet gelukkig van (maar gelukkig wel rijk, zoals Wim Sonneveld al zei).
Misschien dat daarom video games zo populair zijn: die geven je wél een score als je iets doet. Ze geven je de illusie dat je invloed hebt op het resultaat.
Maar in het echte leven zul je zelf moeten beoordelen of je het goed doet, en dat is niet altijd makkelijk.