Maandelijks archief: november 2022

Moederuitdagingen

Een scene uit het spel Death Stranding. Koerier Sam kijkt uit over een bergketen

Met afstand de beste game die ik het afgelopen jaar heb gespeeld is Death Stranding (in de Director’s Cut versie voor PC).

In dit spel bestuur je een koerier in een post-apocalyptisch Amerika, die pakketjes moet bezorgen aan overlevers. Eerst nog te voet, maar later ook via motor of vrachtwagen. Op een gegeven moment krijg je de mogelijkheid om tokkelbanen en wegen te bouwen, waardoor je rotsachtige stukken terrein over kunt slaan en bezorgen steeds sneller gaat. Onderweg kom je bandieten tegen die proberen je lading te stelen, en geesten uit het hiernamaals die je proberen mee te sleuren. Je hoeft geen dodelijk geweld te gebruiken om je doel te kunnen bereiken, wat voor big-budget games redelijk uitzonderlijk is. Ook kun je hulpmiddelen zoals klimtouwen en bruggen achterlaten voor andere spelers, die zij kunnen gebruiken als ze ook online spelen. Rechtstreeks contact met andere spelers heb je niet, wat ik persoonlijk een pré vind.

Dit spel is bedacht door de beroemde Japanse ontwerper Hideo Kojima. Als je zijn eerdere spellen kent (bijvoorbeeld de Metal Gear Solid serie), dan zal het je niet verbazen dat deze game tjokvol zit met cutscenes, en dat hij daarin geen maat kan houden. Het verhaal is eindeloos langdradig, en vliegt alle kanten op. En, zoals de games website Polygon al zei “[it has] enough mommy issues to justify a lifetime of therapy”. Toch bleef ik geboeid. De boodschap is dat als je elkaar maar helpt, je er als land weer bovenop kunt komen. Dat is weer eens wat anders dan het gebruikelijke pessimisme in post-apocalyptische verhalen.

Als laatste wil ik een compliment maken voor de graphics, die geinspireerd zijn op IJslandse landschappen, en buitengewoon mooi zijn, en voor het sound design. Ik ken geen andere game die zó goed klinkt als deze.

Een betere tijdseenheid

De flexeconde houdt rekening met het feit dat de tijd soms heel snel voorbij gaat, en soms heel traag.

Dat bliksemsnelle ritje in de achtbaan duurt een flexeconde. Eindeloos wachten op een trein die vertraging heeft? Dat was een flexeconde. De elektrische tandenborstel die vindt dat je nog niet lang genoeg gepoetst hebt? Over een flexeconde is het klaar.

Hoe lang duurt microblogvember? Je raadt het al, een flexeconde.

Mopperen op een keukenapparaat

PETS!

Ik zag een vonk en toen zaten we in het donker. Het was ochtend en ik wilde even iets opwarmen in de magnetron. Nadat ik de aardlekschakelaar om had gedraaid probeerde ik het nog een keer, met hetzelfde resultaat. De magnetron was kapot.

Hoe dat kwam wist ik wel. Twee dagen daarvoor wilde ik een gloeiendhete beker met havermelk uit de magnetron halen, en stootte die per ongeluk om. Hoewel we meteen alles schoongemaakt hadden, was er blijkbaar toch vocht bij de elektra gekomen.

Normaal zou ik een krachtterm geuit hebben, maar het enige dat ik kon zeggen was “Ja hoor”. Het kon er ook nog wel bij. Achter aansluiten bij de rij van problemen a.u.b.

Ondertussen staat er een nieuwe magnetron. Niet zo fijn als de oude, maar het moet maar zo. De oude heb ik nog niet weggebracht, daarvoor moet ik nog over een drempel heen.

De hobby die ik nooit zal hebben

Jeroen als klein kind zit langs de waterkant met een hengel

Mensen die mij offline kennen weten dat ik behoorlijk geduldig ben. Toch zijn er dingen waar zelfs ik geen geduld voor op kan brengen.

Zoals vissen.

Op de foto zie je mij voor de eerste en de laatste keer van mijn leven vissen. Ik ving niks. De dobber ging geen enkele keer onder.

Er zijn mensen die helemaal tot rust komen als ze langs de kant zitten. Ik niet. In tegendeel, van al dat klotsende water moet ik alleen maar naar de wc. Bovendien, ik ben geen kletskous, maar de hele tijd stil móeten zijn is toch ook niets voor mij.

Je zou kunnen zeggen: “Maar Jeroen, je houdt van lezen. Daar zit je de hele tijd stil naar een boek te staren. Hoe is dat anders dan vissen?” Dat is inderdaad anders, zeg ik dan, want terwijl je leest, gebeurt er in je hoofd van alles. Je wordt meegevoerd naar een andere wereld, waar interessante dingen gebeuren.

Voor mij is het boek machtiger dan de hengel.

De geur van kaarsen

Een gedoofde kaars

Over het algemeen ruik je een kaars pas als ze gedoofd is. Het is de geur van een feestje dat voorbij is. Je bent moe, iedereen is uitgezwaaid, en je blaast de kaarsen alvast uit. Ga je de afwas nog doen, of laat je die tot morgenochtend wachten (als je er ook geen zin in hebt)?

Waar eerst nog licht en gezelligheid was, is nu alleen nog een sterke geur en een dun lintje rook.

Wapens in een planetarium

Het is donker. Iedereen staat dicht bij elkaar en kijkt ingespannen naar hetzelfde punt boven hen. De mevrouw van het planetarium wijst het aan: “Daar zie je de planeet Mars, dat enigszins rood gekleurde stipje.”

TOET! 💨

Een scheet. De gids valt stil. Een vrouw schiet met een hoge gil in de lach. Dat is zo aanstekelijk dat andere mensen ook beginnen te lachen. De gids herpakt zich snel: “Ook met tegenwind blijft Mars gestaag bewegen.”

De scheet. Ik zou er de loftrompet over kunnen steken. Er zijn weinig dingen die zo verbroederen als de scheet. Iedereen laat er wel eens eentje, (bijna) iedereen moet erom lachen. Het zou me niet verbazen als Erasmus iets diepzinnigs over winden heeft gezegd. Mijn naamgenoot Jeroen Bosch? Ongetwijfeld laat iemand op een van zijn schilderijen er eentje vliegen. In tegenstelling tot zijn lompe broer de boer wekt een scheet de lachlust op.

Ik heb het natuurlijk wel over de scheet die je kunt horen. Zachte scheten, dat is wat anders, dat is de Vijand van het Volk. Een wapen dat ingezet wordt om de sfeer te verpesten. Waar de klinkende scheet de allemansvriend is, wordt de zachte scheet het liefst genegeerd. Bovenstaand verhaal zou heel anders afgelopen zijn als iemand stiekem een stinkende wind had gelaten.

Paddenstoelen (legaal)

We liepen in een nieuw bos. Het was herfst. Ik had mijn camera bij me. Net naast het pad groeiden kluitjes paddenstoelen. Ik ging door mijn knieën om er een foto van te maken.

Achter ons zei ineens iemand: “Mooie paddenstoelen, hè?”

Lezers, als ik niet op mijn hurken had gezeten was ik een meter in de lucht gesprongen.

Het was een man van middelbare leeftijd, die ons geruisloos gevolgd was. Wat best knap was, in een bos vol droge herfstbladeren.

We knikten en liepen gehaast verder. Hij volgde ons niet.