Flexibel

Soms vind ik mezelf best flexibel. Als ik me op die gedachte betrap, dan denk ik: “Hoe zou je het vinden om je telefoon een dagje in je andere broekzak te hebben?”

Daarna ben ik weer genezen van het idee dat ik me makkelijk aanpas.

Een Mac in het bedrijf

Bijna mijn hele werkende leven heb ik doorgebracht achter een Windows PC (die paar jaar OS/2 niet meegerekend). Thuis heb ik al jaren een Mac, maar op het werk was dat tot voor kort niet mogelijk. Een half jaar geleden kon ik echter een MacBook Pro kiezen, en dat heb ik gedaan.

De opstelling is simpel: de MacBook staat onder een monitor, waarbij ik beide schermen gebruik, en ik heb een losse muis voor de invoer. Over de muis kan ik kort zijn: het is een Logitech M705 “Marathon”, en die doet het prima. Drie jaar met een batterij is ook niet slecht (de teller staat op dit moment nog boven de 900 dagen).

OS X werkt over het algemeen goed, maar ik gebruik een paar kleine programma’s om de dag iets makkelijker door te komen. Hier zijn ze:

1Password

Wachtwoorden onthouden is voor mijn beperkte geheugen een uitdaging. 1Password houdt ze netjes voor me bij, en sychroniseert foutloos via o.a Dropbox. (Dropbox is sowieso vaak het eerste programma dat ik ergens installeer.)

De handigste feature van 1Password is de integratie met de meestgebruikte browsers: typ Cmd+backslash, en de plugin logt voor je in. Dat werkt niet altijd vlekkeloos, maar dan kun je altijd nog het wachtwoord van het clipboard plakken.

Karabiner

Het toetsenbord van de MacBook Pro is misschien wel een van de beste laptoptoetsenborden dat ik ooit gebruikt heb, maar de layout heeft 1 groot nadeel: er zit geen Control-toets aan de rechterkant. Als je, zoals ik, regelmatig de Emacs keybindings gebruikt, dan is dat superonhandig. Gelukkig kun je met Karabiner de rechter Option-toets omzetten naar Control, zodat je je vingers niet meer in moeilijke bochten hoeft te wringen. Het programma kan nog veel meer, maar dit is waar ik het voor gebruik.

Moom

Natuurlijk kun je in OS X vensters een andere grootte en plaats geven, maar ik wil dat heel precies kunnen instellen. Daar is Moom voor. Voor iedereen die secuur is, of een milde vorm van OCD heeft, is dit programma een zegening. Ga met je muis boven de groene knop van een venster hangen, en je krijgt een popup met allerlei handige opties om je venster te verplaatsen en/of een andere grootte te geven. De grootte stel je in op een raster, waar je met je muis overheen kan slepen. Ook het verplaatsen van een venster naar een ander scherm kan met 1 klik op de muis. Veel meer plezier van 10 dollar kun je niet hebben.

Een kuukske in de thee dopen

Toen ik naar buiten liep bij het verpleeghuis waar mijn vader nu zit, was het rustig herfstweer. Een man die iets ouder was dan ik, liep voor me op de stoep. Een scooter met een kale man reed voorbij. Een blonde vrouw zat achterop. “Verrekte mongool!”, schreeuwde de kale man tegen de wandelaar voor me. De oudere man keek verbaasd naar de scooter, waar kwaad naar hem gekeken werd.

Zo ging het vroeger ook al in deze stad.

Ik keek naar rechts. Daar was jaren geleden de personeelswinkel van Philips gevestigd. Ik herinnerde me de zaterdagen dat ik daar ’s morgens met mijn vader naar toe ging. Het parkeerterrein was altijd vol, mensen liepen met grote dozen te sjouwen, maar toch wisten een plekje te vinden. We liepen door een poort naar de ingang, en daar was de interessantste plek die ik kende. De tv’s, de knutseldozen met elektronica, (later) de spelcomputers, de aanbiedingenhoek waar altijd wel wat tussen lag. Maar ook mijn eerste LP kocht ik daar (mijn vader betaalde). Het waren stukken uit de Peer Gyntsuite van Grieg, en een stuk van Tsjaikovski. Op de hoes stond een foto van een Noors fjord. Thuis ging ik snel luisteren met mijn koptelefoon. Grieg vond ik mooi, Tsjaikovski deed me niks.

Er is iets bijzonders met muziekstukken die je vaak privé beluisterd hebt, en die je dan ineens ergens anders hoort.

Het was tijdens muziekles, de algemene muzikale vorming na school. De lerares zette een bandje op, en daar klonk de Peer Gyntsuite. Ik was hevig ontroerd door de muziek, misschien wel voor het eerst van mijn leven. Was het de herkenning, of omdat ik het stuk sowieso al mooi vond? Ik zou het niet meer durven zeggen.

Mijn geweldige post over The Long Now

Al geruime tijd wil ik een stuk schrijven over The Long Now, de vereniging voor langetermijndenken waar ik lid van ben. In mijn hoofd is het een geweldig artikel, dat binnen korte tijd enthousiast gedeeld gaat worden op de sociale media.

Ik denk dat je al begrijpt waar dit heengaat. Ik heb de lat zo hoog liggen dat het er niet van komt.

Om te voorkomen dat er dan nooit iets op dit blog verschijnt, volgt hier een kort stuk, als zoethoudertje.

The Long Now probeert langetermijndenken te stimuleren, en een van de manieren waarop ze dat doen is door het houden van maandelijkse seminars. Daar worden opnamen van gemaakt, die ook voor niet-leden te bekijken zijn.

Een tijdje geleden was Neil Gaiman te gast, en die hield een bijzonder (en bijzonder grappig) betoog over verhalen. Sommige verhalen gaan namelijk al duizenden jaren mee, en het is interessant om te kijken waarom dat zo is. Als je het werk van Neil een beetje kent, dan weet je dat het geen dorre spreekbeurt zal zijn.

Dus maak een uur vrij in je agenda (of een uur en drie kwartier als je ook de vragen uit het publiek wil zien, en dat wil je), en bekijk de video.

regen kosmos kamerplant

regen kosmos kamerplant

Een dichteres die bij het signeren “Welkom in de wereld van de kamerplant” in haar bundel schrijft, kan ik al geen slechte recensie meer geven. Dat ga ik dus niet doen. Ook omdat het niet nodig is.

Ik heb een voorgeschiedenis met gedichten. Namelijk dat ik er niet zo veel mee heb. Ik wil graag begrijpen wat ik lees, en dat is bij sommige gedichten lastig. Daar gaat het meer over het oproepen van een gevoel, een beeld. Of over taalspelletjes. Of over ritme, woordgebruik, dat soort dingen.

Dit was een aanloopje om te zeggen dat regen kosmos kamerplant, van Anne Broeksma, vaak best onbegrijpelijk is. Maar er staan mooie zinnetjes in. En het klinkt mooi als je het hardop uitspreekt (of zachtjes in jezelf, voor de introverten onder ons). Als je visueel aangelegd bent, roept het ook nog eens allerlei beelden op.

er was een dag waarop je glas ging eten
ongeveer een emmer gleed er door je keel
je zat op de grond voor de gordijnen
en vroeg om een servetje

Rectificatie

Rond het jaar 2000 heb ik met enige stelligheid beweerd dat ik de koralen van de Johannes-Passion van Bach mooier vind dan de aria’s. Deze misvatting berustte op een combinatie van jeugdige onbezonnenheid, gebrek aan luisterervaring met het oratorium en algemene domheid. Graag wil ik genoemde uitspraak derhalve herroepen. Mijn welgemeende excuses voor irritatie die u ondervonden mocht hebben naar aanleiding van deze bewering.

Gebroken ketting

Het balkon van de sprinter was bijna vol en de trein ging bijna vertrekken. Buiten kwam een mevrouw hijgend aangelopen, een vouwfiets aan haar zijde. Met moeite klapte ze de fiets in elkaar, waarbij ze een andere meneer de weg versperde naar de warmte binnen. We schikten allemaal een beetje in, zodat ze er nog bij kon.

Ze pakte haar telefoon. “Met mama. Is papa thuis?” “Hoi. Ik heb een probleempje. Ik sta hier in de trein met mijn fiets, maar nu is de ketting net gebroken.”

Op dat moment keek iedereen op het balkon naar haar fiets. De ketting hing inderdaad slap over het frame gevouwen.

“Nu zou ik straks naar huis kunnen lopen, maar dat is zeker een half uur wandelen. Zou jij me anders kunnen ophalen?” “Fijn.”

We kwamen aan bij mijn halte. Ik stapte uit. De mevrouw bleef achter bij haar fiets. Een deur verder stapten twee meisjes uit. “Eindelijk frisse lucht”, riep de ene. De ander zweeg.

De lucht zou nog frisser geweest zijn als ze niet net een wolk van parfum over zich heen hadden gesproeid.

De zwarte mat op het tijdelijke perron sopte zacht toen ik er overheen liep.

Bye-bye vetbol

Specht op vetbol

Vorige week zaten we in een vakantiehuisje in het bos. Buiten hing een vetbol, en deze specht heeft ‘m bijna in zijn eentje opgegeten. De smulpaap kan nu lekker gaan uitbuiken ergens op een tak, want hij (of zij?) hoeft voorlopig niet meer te eten.

Gelezen in 2014

In 2014 heb ik 43 boeken gelezen, volgens Goodreads. Dat klopt niet helemaal, want ik heb ook een paar boeken herlezen, en dat kun je in Goodreads niet (goed) aangeven. Maar dan nog steeds staat de teller op een paar duizend pagina’s minder dan in het topjaar 2013.

Afgelopen jaar heb ik veel goede boeken voorbij zien komen, zelfs zo dat ik een paar keer dacht: ik ga alweer vier sterren uitdelen, wat saai. Maar echte uitschieters waren er weinig. Hier zijn de toppers:

  • Gerard Heineken: de man, de stad en het bier. Het gebeurt niet vaak dat ik een boek in 1 dag uitlees, maar dit was er een. Ik had niet verwacht dat ik het zó interessant zou vinden, maar de combinatie van de opkomst van Nederland en Amsterdam in de 19de eeuw en een boeiende persoon maakte dat ik niet kon stoppen.
  • Before I Burn. Een Scandinavisch drama waar de melancholie vanaf druipt. De geschiedenis van een brandstichter en de volwassenwording van de schrijver knap verweven met sublieme beschrijvingen van een piepkleine gemeenschap in Zuid-Noorwegen. Doe mij nog maar een portie.
  • Mijn onbetwiste favoriet was echter The Orphan Master’s Son. Een boek dat leest als een koortsdroom. Het hield me dag en nacht bezig. Zo fantasievol, zo gruwelijk (ik moest mezelf soms dwingen om door te gaan). Volstrekt ongeloofwaardig, maar achteraf denk je: misschien gaat het er toch echt zo aan toe in een waanzinnige dictatuur.