Er was eens een zoutlamp uit Zoutkamp
Die was altijd donker, hij vond het toch zó’n ramp
Hij keek naar zijn draad
Hij stelde een daad
Hij wrikte zich los en schoot zo uit zijn lichtkramp
Er was eens een zoutlamp uit Zoutkamp
Die was altijd donker, hij vond het toch zó’n ramp
Hij keek naar zijn draad
Hij stelde een daad
Hij wrikte zich los en schoot zo uit zijn lichtkramp
Sorry, wat? Waarom zou ik dat doen? Ik heb die mensen veel te hard nodig als mijn lichaam het straks stukje bij beetje gaat begeven.
Het enige wat ik misschien van ze zou willen stelen is een beetje tijd bij een consult. Ik snap dat ze op moeten schieten van de zorgverzekeraars, en dat ze nog een verslag in moeten typen als ik weg ben, maar iets meer aandacht zou fijn zijn.
Uit Eindhoven dus:
Doordat mijn vader uit Limburg kwam, ben ik een beetje een snob als het op vlaai aankomt. Laat ik dat wat stelliger zeggen: ik heb nog nooit goede vlaai gegeten boven de grote rivieren. De grootste ergernis wat mij betreft zijn ketens die 20 soorten vlaai aanbieden, terwijl ze de basis niet op orde hebben. In plaats daarvan kun je beter 3 soorten hebben, waarbij de bodem niet zompig is, de vulling friszuur en, het belangrijkste, alles kraakvers is.
Als bakkers dat gaan doen, dan loop ik de deur bij ze plat. Tot die tijd eet ik alleen vlaai als ik in het zuiden ben.
De flexeconde houdt rekening met het feit dat de tijd soms heel snel voorbij gaat, en soms heel traag.
Dat bliksemsnelle ritje in de achtbaan duurt een flexeconde. Eindeloos wachten op een trein die vertraging heeft? Dat was een flexeconde. De elektrische tandenborstel die vindt dat je nog niet lang genoeg gepoetst hebt? Over een flexeconde is het klaar.
Hoe lang duurt microblogvember? Je raadt het al, een flexeconde.
Werken alsof je onder een verzwaarde deken ligt. Alsof je een kat bent die niet opgetild wil worden. “Ik moet even wachten want mijn computer ging zichzelf updaten.” Eerst nog maar eens een koffie halen dan.
Mensen die mij offline kennen weten dat ik behoorlijk geduldig ben. Toch zijn er dingen waar zelfs ik geen geduld voor op kan brengen.
Zoals vissen.
Op de foto zie je mij voor de eerste en de laatste keer van mijn leven vissen. Ik ving niks. De dobber ging geen enkele keer onder.
Er zijn mensen die helemaal tot rust komen als ze langs de kant zitten. Ik niet. In tegendeel, van al dat klotsende water moet ik alleen maar naar de wc. Bovendien, ik ben geen kletskous, maar de hele tijd stil móeten zijn is toch ook niets voor mij.
Je zou kunnen zeggen: “Maar Jeroen, je houdt van lezen. Daar zit je de hele tijd stil naar een boek te staren. Hoe is dat anders dan vissen?” Dat is inderdaad anders, zeg ik dan, want terwijl je leest, gebeurt er in je hoofd van alles. Je wordt meegevoerd naar een andere wereld, waar interessante dingen gebeuren.
Voor mij is het boek machtiger dan de hengel.
Over het algemeen ruik je een kaars pas als ze gedoofd is. Het is de geur van een feestje dat voorbij is. Je bent moe, iedereen is uitgezwaaid, en je blaast de kaarsen alvast uit. Ga je de afwas nog doen, of laat je die tot morgenochtend wachten (als je er ook geen zin in hebt)?
Waar eerst nog licht en gezelligheid was, is nu alleen nog een sterke geur en een dun lintje rook.
Stel, je bent een koning met een drukke baan, en je besluit een zomerpaleis te laten bouwen, waar je straks rustig bij kunt komen van je beslommeringen. Als je het dan ‘Sanssouci‘ noemt, ‘Zonder zorgen’, dan weet je al dat deze man allesbehalve zonder zorgen is. Je paleis zo’n naam geven is wat een moderne therapeut ‘een staaltje wensdenken’ zou noemen.
Ik denk dat de stress al begonnen is bij de bouw, want Frederik kreeg ruzie met de architect en ontsloeg hem halverwege.
Maar het is wel heel menselijk, want wie droomt er nou niet van om een vakantiehuisje in de natuur te bezitten?
Foto: Wikipedia
Op een schaal die loopt van “In de winter moet je nu eenmaal schoenen aan in Nederland, maakt niet uit welke” tot “Ik moest deze supertoffe schoenen hebben, ook al zijn ze te klein en krijg ik schaafwonden”, zit ik ergens links van het midden.
Laatst kwam ik erachter dat het soort schoenen dat ik draag “dad sneakers” heet. Maar ze zijn dus ook prima geschikt voor mannen die geen kinderen hebben.