“Het is zo’n slecht weer, je zou er geen hond doorsturen. Laat vader maar gaan.”
Mijn moeder zei dat vaak, als een grap. Maar ik vond het een stomme opmerking. Ik hield van mijn vader, en van mij hoefde hij niet naar buiten als het hondeweer was.
“Het is zo’n slecht weer, je zou er geen hond doorsturen. Laat vader maar gaan.”
Mijn moeder zei dat vaak, als een grap. Maar ik vond het een stomme opmerking. Ik hield van mijn vader, en van mij hoefde hij niet naar buiten als het hondeweer was.