2,20371. Als je weet wat dat getal betekent, dan ben je in ieder geval meerderjarig.
Toen de euro ingevoerd werd, was ik gedetacheerd bij de IT-afdeling van een grote bank, en hield ik me bezig met de beheersoftware van geldautomaten. Je kunt je voorstellen dat de euro belangrijk was voor ons. En dit getal, de wisselkoers tussen euro’s en guldens, vond je overal terug. Voor mij was heen en weer rekenen tussen de twee valuta dagelijkse kost.
Oudere mensen vonden het destijds moeilijk om te wennen aan de prijzen in euro’s, en rekenden ook jaren later nog steeds terug naar guldens. Ik kan me herinneren dat ik dat stom vond. Maar als ik zelf een prijs in euro’s zag, rekende ik haast automatisch terug.
Ik kan me niet meer herinneren wanneer ik daarmee gestopt ben, maar het is alweer een tijd geleden. Tegenwoordig is het ook makkelijker, want de prijzen in euro’s zijn nu ongeveer hetzelfde als wat ze in guldens waren. Het is een beetje zoals een oud-studiegenoot zei die in de jaren ’90 in Engeland was gaan wonen: “Als je doet alsof 1 pond 1 gulden is, dan vallen de prijzen hier best mee.”