Toen ik het overlijdensbericht van Hugo Raes las, moest ik terugdenken aan mijn middelbare schooltijd. Onze leraar Nederlands, van M., had een hele les uitgetrokken om het boek Hemel en dier te bespreken. Het boek bestond uit twee delen, vertelde hij, waarbij het eerste deel zeer erotisch de relatie tussen een vrouw en een man beschreef. Hij had meteen onze volle aandacht. Het tweede deel was echter zeer raadselachtig. Meerdere literatuurdeskundigen hadden zich er al over gebogen om te achterhalen wat daar nu precies gebeurde. Het beschreef de helletocht van een man door een gebied waar de derde wereldoorlog blijkbaar uitgebroken was. De deskundigen waren het er niet over eens of dat nu dezelfde man was als in het eerste deel van het boek. We hingen aan de lippen van de leraar, want wie houdt er nu niet van een goed raadsel?
Toen ik later dat jaar het boek zelf las wachtte me een teleurstelling. Het tweede deel was helemaal niet zo raadselachtig. Met een klein beetje puzzelwerk was het al snel duidelijk wat er aan de hand was.
Een goede leraar kan een spannende les maken van een matig boek.